Het wordt ten stelligste ontkend door de Katholieke Universiteit Leuven, maar foto’s waarvan zij met klem blijven beweren dat ze overduidelijk gephotoshopte vervalsingen zijn, suggereren de aanwezigheid van Arachnea parapluviosis megaviralis, in het Nederlands bekend als de grootviraal. Moest dit werkelijk zo zijn, dan zou dit rampzalig zijn voor de reputatie van de KUL. Want dan zou uitkomen dat de heer von Leverkühn zich in hun voormalig bacteriologisch instituut met onoorbare experimenten zou hebben beziggehouden. De gewraakte foto’s, indien authentiek, tonen immers onweerlegbaar de aanwezigheid van deze parapluspinnensoort in dat gebouw aan. En in dat geval zou de Arachnea parapluviosis wel eens gestart kunnen zijn als een uit de hand gelopen experiment met onoverzienbare en noodlottige gevolgen.
Stelt u zich de heer von Leverkühn maar voor tussen erlenmeyers, alambieken en retorten, terwijl hij zit te klutsen met proefbuisjes vol parapluvormige bacteriofagen en al stoemelings geconfronteerd wordt met een naar virusnormen reusachtig aanwassend exemplaar. Dat dit zich aldus afgespeeld afgespeeld zou hebben, zou alleszins een afdoende verklaring kunnen zijn voor de ontegensprekelijk virale levensstijl van de Arachnea parapluviosis. Natuurlijk blijven er vele vraagtekens, zo blijft het zeer bevreemdend waarom de giganteske virusparapluspin uit hout en karton is opgebouwd en niet veeleer uit metaal, alwaar zij zich tegoed aan doet.