Ook het wedervaren van Arachnea parapluviosis aquaphosphorescensis, de lichtdragende waterparapluspin, is dramatisch. Zij werden voor het eerst -en het laatst- waargenomen in de nabijheid van een bruggetje over het Netekanaal van Ranst. Zij doen zich daar tegoed aan alle vervuiling die doorheen het kanaal stroomt en aan de hoeveelheid die zij met hun baleinen vangen, zou men al snel kunnen concluderen dat zij in voorspoed gedijen.
Niets is minder waar, bij hen komt de bedreiging dan ook niet uit het water. Wat hun voortbestaan hypothekeert is lichtpollutie. Net als glimwormen hangt de lichtgevende waterparapluspin voor de voortplanting af van nachtelijke bioluminescentie. Een in het duister gehuld bruggetje waar de argeloze passant met opflikkerend licht heen wordt gelokt, jarenlang heeft deze voortplantingsstrategie haar effectiviteit bewezen. Helaas, zoals wel meer steden en gemeenten heeft ook Ranst het nobele initiatief genomen wat aan haar stadsmeubilair te doen en zonder te kijken naar de specifieke behoeftes van de aanwezige levensvormen, heeft men besloten net die verlichtingspaal aan net dat bruggetje opnieuw te ontsteken. Dat heeft als tragische nevenwerking dat de fosforescerende achterlijven van Arachnea parapluviosis aquaphosphorescensis niet langer zichtbaar zijn en zij dus geen broedgastdieren meer kunnen verschalken. De eens zo spinrijke kolonie lijkt in een zeer korte tijdsspanne volledig verdwenen te zijn.
Over de taxonomische problemen met betrekking tot de taxonomie van de lichtdragende waterparapluspin vindt u alles op de zusterpagina gewijd aan de parasolidensoort.